vrijdag 29 augustus 2014

Anaula, maandag-vrijdag

Anaula is de naam van een vruchtdragende boom. Als een rijpe vrucht op de grond valt, wordt dat door dieren herkend. Die spoeden zich dan naar de boom.
De eigenaar van Anaula resort koos die naam, in de hoop dat toeristen zich naar zijn resort zouden spoeden.
Op de maandag dat wij aankwamen, waren dat er 14. Het resort bestaat uit een 20-tal bungalows, een lounge, een restaurant en een klein zwembad.
De bus bracht ons naar Atjoni, de laatste plaats die aan de Suriname rivier over de weg te bereiken is. Aan de oever was het een drukte van belang bij het inladen van diverse korjalen. Hele raamkozijnen werden in de smalle boten geladen.
Daar wachtte op ons gids Reinier, een Saramaccaan, afstammeling van (waarschijnlijk) Ghanese slaven. De korjaal bracht ons in een uur naar Anaula, waar we rond 3 uur aankwamen. De bungalows werden verdeeld, waarna er een lunch van roti met kip klaar stond.
In de middag konden we afkoelen in de Ferulassie stroomversnelling. Het verdwenen ijzer, waar Ferulassi op slaat, heeft betrekking op een transport van ijzerwaren, wat verdween, nadat de korjaal op de rotsen was gelopen.
Savonds eerst in de boot op zoek naar kaaimannen. Die werd uiteindelijk wel gevonden, maar veel spannender was dat de bootsman in het donker de weg wist, zonder op de veel aanwezige rotsen te lopen.
Daarna een lichte maaltijd met rijst, aardappelgratin, kip en zuurkool!!!
De bar schonk daarbij een aangename Chileense sauvignon blanc. Gids Reinier is een manusje van alles. Hij bedient de bar, zet het eten op tafel voor de zelfbediening en ruimt de borden op.
Kokkin Linnie wil dan wel zelf vertellen wat we te eten krijgen. Linnie is een goedlachse jonge dame, zo rond als een tonnetje. Samen met nog een meisje horen we het grootste plezier vanuit de keuken.
Die avond geprobeerd een spelletje canasta te spelen, maar de spaarlampen geven te weinig licht.
Dinsdag een tochtje naar het Saramacca dorp, Nieuw Aurora. Daar werd de gezondheidspost verbouwd tot een echt ziekenhuis. Een Nederlandse arts heeft daar 40 jaar gewerkt. Gids Reinier woont ook in dit dorp en moest bij de verpleegkundige bloeddruk laten meten en een recept ophalen.
Het dorp bevat 3000 inwoners, maar de meeste mannen werken in Paramaribo.
Een landingsbaan is naast het dorp met de hand aangelegd.
Het dorp bestaat ten dele uit houten hutjes. Als de bewoner voldoende geld verdiend heeft kan hij een stenen huis bouwen.
Bij toeval zagen we de voorbereiding van een maaltijd voor een begrafenis. Rijst werd in houten vijzels gestampt om de vliesjes te verwijderen. Dit is vergelijkbaar met het dorsen van graan. Dat het stampen best moeilijk is werd duidelijk toen Erwin en Erik het probeerden.
Foto's maken was in principe niet ongevraagd toegestaan, maar een donatie aan de gemeente verwijderde alle barrières.
De gemeente bestaat uit traditionelen en christelijken.  De laatsten behoren tot de Evangelische Broeder Gemeente. De traditionelen zijn in de minderheid.
Woensdag ochtend maakten wij een wandeling rond het eiland. Reinier vertelde over de geneeskrachtige werking van een aantal planten, waaronder één die als Viagra zou werken.  Het bos biedt ook veel materiaal dat als touw en dakbedekking kan dienen en voor het bouwen van een korjaal.
Na het avondeten kwam er een groep muzikanten en danseressen ons vermaken met zang en dans onder begeleiding van een opzwepend slagwerk van allerlei soorten trommels en ander slagwerk.

Woensdag vertrokken 8 van de 14 gasten,  die werden vervangen door 16 nieuwe, zodat we nu met 22 waren. Dat is nog steeds een aantal waarbij je elkaar niet voor de voeten loopt. In juni waren er 50 en dan is de capaciteit van het zwembad veel te klein. De meeste gasten blijven maar 3 dagen, waarvan 2 reisdagen. Het programma van excursies bleek helaas niet goed ingericht op langer verblijf, zoals wij die 5 dagen bleven. Een optionele excursie naar het Marron museum bleek niet mogelijk. Nu is relaxen, zwemmen en spelletjes doen geen straf, maar we hadden er iets meer van verwacht.
Gids Reinier werd vervangen door zijn neef Bernhard. Met 44 jaar en 10 kinderen heeft hij een productief leven geleid. Zou die Viagra plant dan toch werken? Bernhard vertelde wel, als een excuus dat hij de kinderen bij drie vrouwen had.

De aapjes, die we elke ochtend banaan konden voeren,  waren er donderdag ochtend niet. Kennelijk vonden ze in het bos voldoende te eten, of waren ze bij een ander resort te gast.
Dieren zijn er niet zo veel op het Anaula eiland. Kleine vogels, een enkele kolibrie, de aapjes en twee papagaaien. Muggen zijn er gelukkig weinig. Het is hier natuurlijk tamelijk druk met mensen, de rivier waar we op uitkijken vanaf ons huisje, wordt druk bevaren.  Soms met luide muziek. Dan is er weinig ruimte voor dieren.
De Marrons of boscreolen hebben volgens de Nederlandse gids in Paramaribo een reputatie van lui, onbetrouwbaar en crimineel. Van de Saramaccaanse gids krijg je een beeld van een achtergestelde bevolkingsgroep, die ten tijde van een hindoestaanse regering bij toewijzing van land achter het net visten.

Donderdag ochtend was voor ons luieren bij het zwembad, terwijl de andere gasten naar Aurora gingen.
De middag was het erg warm. Alleen het zwembad bracht wat verkoeling. Bernhard probeerde piranhas te vangen, maar ving alleen kleine visjes.
Om 4 uur gingen we met een kleine groep naar een ander resort, waar bij een stroomversnelling gezwommen kon worden. Ook daar geen piranha, wat wel goed was voor de zwemmers.
Na het eten weer de muzikanten, die nog enthousiaster hun dansen vertoonden. De trillende heupen begonnen op een paringsritueel te lijken.
Op de laatste dag op Anaula herhaalde het programma zich met de rondwandeling over het eiland.
De terugtocht naar Paramaribo ging iets sneller, door een kortere stop in Brownsweg.


maandag 25 augustus 2014

Vlinders

Vlindertuinen heb je op vele plaatsen, maar wat die in Lelydorp interessant maakt, is dat ze er vlinders kweken en exporteren.
Lelydorp ligt een half uur onder Paramaribo en is niet interessant.
In de vlindertuin huizen een paar soorten vlinders en zijn eigenlijk een "bijproduct". De belangrijkste taak van het instituut is het kweken van vlinder poppen. Daarvoor kweken ze ook het planten voedsel, specifiek voor de rupsen die het voorstadium van de poppen zijn. De eerste foto toont schalen met diverse soorten poppen.
De poppen worden verkocht aan vlindertuinen, niet aan particulieren. Ze kosten dan in de orde van 1 € per stuk.
Naast vlinders worden er ook slangen gekweekt, ook voor dierentuinen.  De meeste zijn van het wurgtype en worden één keer per week gevoed met ratten. De slang "kraakt" de rat voordat hij die doorslikt. Dit werd niet gedemonstreerd. 
Na een eenvoudige roti lunch gingen we weer naar het zwembad van Torarica, waar nu een DJ voor amusement zorgde.
De dag werd besloten bij Jiji's aan de Waterkant met een prima diner, waar Erwin ons op trakteerde. We hadden een fraai uitzicht op de haven.
Terug in het hotel moesten we pakken voor de 4-daagse trip naar jungle resort Anaula.

zondag 24 augustus 2014

Zwemmen in de cola

Zaterdag naar de Cola kreek, een recreatiegebied nabij de luchthaven. Taxichauffeur dikke Bryan bracht ons in anderhalf uur naar het gebied, dat zijn naam dankt aan de bruine kleur van het water. Dat schijnt te komen door kleurstoffen uit bladeren die er in vallen. We hadden een overdekte picknick tafel geboekt, omdat huisjes met hangmatten niet meer beschikbaar waren. Dat hield ons in ieder geval droog tijdens een klein buitje dat later viel.
We werden na een tijdje aangesproken door drie hindoestaanse heren van ongeveer onze leeftijd. Na een kletspraatje in en rond het water werd ons een baco aangeboden, cola met rum en ijs. Enige tijd later werd ons ook nog door één van de echtgenotes een bordje roti met aardappel in een aubergine/kerriesaus aangeboden. Ze waren er vroeg voor opgestaan om het eten te koken. Toen we weggingen werden we zelfs bij hun thuis uitgenodigd. Door ons volle programma moesten we dat afslaan.
Zoveel hartelijkheid kom je helaas in Nederland niet tegen.
De dag eindigde in een Indisch restaurant in de wijk Blauwgrond. Voor de koffie konden we kiezen uit diverse smaken oploskoffie.

zaterdag 23 augustus 2014

Muggen, heel veel muggen

We waren gewaarschuwd door de reisorganisatie: insmeren, lange broek en lange mouwen. Het hielp allemaal niet.
Vrijdag werden we opgehaald met een busje door gids Errol, iemand met veel kennis van flora en fauna, zo zou blijken.
In het busje zaten de zusters Dewi en Shanty, beide 40+, Surinaamse roots en wonend in Nederland. Verder een jonge dame van rond de 25. Zij bleek al 3 jaar onderwijzeres te zijn in Paramaribo, maar zou in september weer terug gaan naar Nederland.
Met z'n zessen werden we naar een voormalige plantage Reijnsdorp  gebracht die aan een zijtak van de Commewijne rivier lag. Daar was een nazaat van de oorspronkelijke eigenaar een logement begonnen. Marsha en echtgenoot zijn enthousiaste ondernemers. De gebouwen zijn in oorspronkelijke stijl gemaakt, maar nu met modern sanitair. Zittend op de veranda waan je je in koloniale dagen.  Alleen de bediening moet je erbij fantaseren.
Na een lunch van pindasoep gingen we weer in de korjaal een kanaal op, dat de Warappakreek met de zee verbond. Aan het kanaal liggen nu verlaten suikerplantages. We keken er naar de roestige overblijfsels van riet verwerkingsapparatuur, bespied door vele doodskop aapjes en belaagd door nog meer muggen. Hemd met lange mouwen hielp niet, ze prikten er gewoon doorheen. Natuurlijk hadden we alleen blote delen ingesmeerd. De muggen wisten feilloos onbeschermde lichaamsdelen te vinden.
De volgende dag gingen we terug via de nog enige werkende koffieplantage. Het is eerder een hobby project van de eigenaar dan een commercieel interessante investering. Er worden dan ook citrusvruchten verbouwd om uit de kosten te komen.
Tijdens een miezer regen bekeken we de twee soorten koffie planten in de schaduw van de "mama boom". Die zijn speciaal aangeplant om schaduw te bieden voor de koffiestruiken.
Het diner werd bij Spice Quest genoten. Inderdaad, genieten. Dit is één van de betere restaurants, dat een "fusion" van Aziatische en Surinaamse smaken op het bord brengt.

donderdag 21 augustus 2014

Regen

Woensdag een dag zonder afspraken. Wat shoppen, lunch bij Zus en Zo en savonds afgesproken met Evelien (vriendin Simone, die tijdelijk hier in ziekenhuis als basis arts werkt) in Thaise restaurant.
Door de regen konden we niet naar Erik lopen, gelukkig kon de taxi met chauffeur Petje ons ophalen.
Nog nooit zoveel water op straat gezien. En het is nu droge tijd!
De avond was heel gezellig.

woensdag 20 augustus 2014

Nickerie en Bigipan

Maandag en dinsdag op tournee naar her westen van Suriname. We bleken de enige groep en werden opgehaald door een Javaanse dame die ons tot halverwege zou rijden. Daarna zou haar
man het overnemen en zij reed dan terug met andere gasten. Zij vertelde graag over de omgeving, die ons voerde via het dorpje Groningen aan de Saramacca rivier, naar een nog kleiner dorpje Totness. In Groningen stonden monumenten die herinnerden aan de diverse etnische groeperingen die Suriname gevormd hebben. De streek voor Totness was oorspronkelijk bezaaid met suikerplantages. Na de onafhankelijkheid werden de Nederlandse eigenaren niet opgevolgd door Surinamers en de streek, Coronie genaamd, raakte in verval.
De weinige bewoners hebben niet de ambitie om meer te willen dan net te kunnen voorzien in levensbehoeften door een moestuinen en visvangst.
In Totness kregen we een simpele lunch, gemaakt door Franciska, moeder van 2 dochters. Vader rustte uit in een hangmat. Vast een zware arbeid gehad. Later hoorde ik dat de conclusie voorbarig was. Hij is een groot imker. Op de terugweg kocht Brigitte een pot honing.
We stapten over in de auto van Cor, die tot zijn 60e piloot was geweest op sproeier en zaaivliegtuigen. Ook hij zat vol wetenswaardigheden over zijn nieuwe land. Hij was in Bergen geboren. In de streek tot aan Nickerie zijn veel moerassen. Op enkele plaatsen wordt door de staats oliemaatschappij geïnvesteerd in het inpolderen van het moeras om geschikt te maken voor teelt van suikerriet voor bio-ethanol productie.
Volgens zijn zeggen is dit een van de weinige projecten met een lange termijn doel. De huidige regering heeft voornamelijk het korte termijn doel met de winsten uit bodemschatten de staatskas en de zakken van Bouterse te spekken.
Cor nam ons mee tussen de rijstvelden van het Nickerie district. Pas sinds de jaren 50 wordt daar rijst verbouwd. In tegenstelling tot de terras bouw in Indonesië liggen de rijstvelden hier allemaal op het zelfde niveau. Het water niveau wordt met een kanalen systeem geregeld. Tijdens het inzaaien met vliegtuigen wordt het voorgekiemde zaad verstrooid over de velden. Het water voorkomt dat de worteltjes breken. Tijdens de groei wordt het water niveau aangepast, zodat de installaties boven het water uitsteken en onkruid geen kans krijgt.
Nickerie is een rustige plaats waar de meeste mensen bij de rijstteelt betrokken zijn.
Het is in Suriname gewoon mensen op straat aan te spreken als je geïnteresseerd bent in wat ze doen. Dat heeft Cor twee keer gedemonstreerd wat een verhaal van een vissen de vrouw opleverde en het verhaal van een bejaarde hindoestaanse uit Guyana die illegaal in Suriname was en daarom geen AOW kreeg.
'Avonds een eenvoudige Indische maaltijd en vroeg naar bed.
Om kwart voor acht werden we naar de Nickerie rivier gebracht waar gids Maantje ons opwachtte met zijn korjaal. Gedurende 4 uur voeren we door het moerasgebied Bigi Pan. Om dat gebied te bereiken moest de boot over een dam getrokken worden. Dat werd iets vergemakkelijkt door een baan van rollen, maar sjorren aan een boot hadden we niet op gerekend. Uiteindelijk lukte het en we voeren via een km lang kanaal naar een meer, bezaaid met eilandjes van struiken en kleine bomen. Het was een oase voor allerlei vogels. Om een paar te noemen: ijsvogel, slakkenwouw, krabbenbuizerd, rode ibis, reigers, zeearend.
Springvissen deden wat ze moesten doen en willen nog wel eens in de boot belanden. Bij ons gebeurde dat niet.
Ook zagen we kleine kaaimannen, die ons glazig aanstaanden.
De terugweg was de heenweg in omgekeerde volgorde, er is geen andere weg.
Terug in Paramaribo ondanks een tropische bui droog weer in het hotel. Vanavond eten in Baka Foto, wat inderdaad tegen het fort (Zeelandia) is aangebouwd.

maandag 18 augustus 2014

Zeelandia en op het water

Op zondag vroeg op, naar onze maatstaven, want om half elf begint een rondleiding op fort Zeelandia. Dat werd wat later, want de gids werd bekeurd voor hardrijden.
Op weg naar Zeelandia lopen we langs de moskee en de synagoge, vredelievend naast elkaar. Zie de eerste foto. Fort Zeelandia bestaat uit 5 bastions als een 5-puntige ster rond een paar gebouwen geplaatst. De oorsprong dateert van rond 1672 na de oorlog met Engeland. Suriname werd toen geruild tegen wat nu New York heet.
Het oorspronkelijke fort is gebouwd met een soort zandsteen, maar dan gevormd uit schelpen. Schelpen riggels vind je langs de hele kust.
Rondleider Patrick had aardige verhalen over de historie van het fort. Uiteraard kwamen de december moorden van 1982 ter sprake.
Na afloop raakte Brigitte aan de praat met een oude baas en kwam er haast niet meer van af. Hij had wat anekdotes over Nederlandse officieren die in woningen rond het fort gehuisvest waren.
Na een aangename lunch bij Zus en Zo waren we op tijd terug om opgehaald te worden door taxi Petje. Die bracht ons naar Leonsberg, aan de oever van de Suriname rivier, daar waar die samen komt met de Commewijne.
De boot vertrok met een Nederlands gezelschap, een man of 15, richting zee, op zoek naar dolfijnen. Een kleine, brakwater dolfijn komt langs de hele zuid-Amerikaanse kust voor. We hebben een aantal "gespot", maar om er een foto van de maken was een brug te ver.
Aan de oever van de Commewijne gingen we aan wal voor wat Surinaamse snacks. Die oever is druk bevolkt met spierwitte reigers. Helaas alleen foto's op mijn camera. Die krijg ik hier niet op mijn telefoon overgezet. Wel de fraaie zonsondergang op de terugweg naar Paramaribo.

zondag 17 augustus 2014

Wandelen naar de waterkant

Vrijdag lopen we naar de oever van de Suriname rivier, ofwel de Waterkant. Eerst een afspraak bij de lokale vertegenwoordiging van het reisbureau, een sympathieke dame genaamd Cathrin. Zij nam het programma met ons door en vertelde nog wat wetenswaardigheden over Suriname. We moeten daar nog eens terug voor aardige snuisterijen en houtsnijwerk. Tegenover haar kantoortje is een coffeeshop. In tegenstelling tot in Nederland schenken ze hier koffie, helaas van matige kwaliteit. Op veel plaatsen in Suriname wordt oploskoffie gebruikt. We zijn gelukkig een paar plaatsen tegen gekomen waar goede koffie geschonken wordt.
Via postkantoor om geld te wisselen liepen we naar de waterkant. Rechtsaf leidde naar de centrale markt, waar een kleurrijk aanbod is van alles wat eetbaar is. Bijzonder was dat de vis niet gekoeld werd. Het zal dan wel zeer vers zijn, want ik heb niet gehoord dat Surinamers last hebben van voedselvergiftiging. De omgeving van de overdekte markt is een chaotische mengeling van Surinaamse huisvrouwen, druk pratende of schreeuwende mannen zonder duidelijke reden voor hun aanwezigheid daar, krakende bussen en een enkele toerist. Brigitte voelde zich niet op haar gemak en had het idee in een slechte omgeving terecht gekomen te zijn.
Terug de andere kant op van de Waterkant voerde naar fort Zeelandia. Vlak daarvoor kwamen we langs eethuis Gadri. We begonnen met een drankje, nog twijfelend of we de lunch in het bij Zeeland gelegen Baka Foto zouden gebruiken. Ik had een donkerbruin vermoeden dat Erik daar graag mee naartoe zou willen, dus bleven we in Gadri. Daar bleken we voor een schappelijke prijs een prima maaltijd te kunnen krijgen.
Een bezoek aan het fort staat voor zondag op het programma, dus we liepen door het park erom heen, waar nog prima gerestaureerde houten huizen stonden. Langs de plantentuin met presidentieel paleis liepen we via de kathedraal terug naar het hotel. Erik had voor de avond een Indisch restaurant Sarinah bedacht. Dat was niet slecht, maar meer Chinees-Indisch dan het echte Indisch waar ik stilletjes op gehoopt had.
Zaterdag hadden we een relaxdag gepland. Brigitte had in gedachten om te gaan badderen in de Colakreek. Omdat Erik dacht dat je van te voren een huisje had moeten boeken besloten we naar het zwembad van het Torica hotel te gaan. Daar kan je als passant ook van gebruik maken.
Onderweg naar Torica dronken we eerst een koffie bij Zus en Zo, een aardig cafeetje tegenover de ingang van de Palmentuin. De koffie was prima. Het terras werd ook gebruikt door studenten die met hun laptop de Wi-Fi gebruikten.
Via de fraaie Palmentuin liepen we langs het monument voor de Hindoestaanse immigratie naar Torica.
Daar bleek een stevig prijskaartje aan het zwemmen te hangen. Toen bleek dat je daarvoor ook een lunch kreeg, viel het allemaal mee.
Een prachtig zwembad en een ober die drank rondbrengt, wat wil je nog meer. Met de strawberry daiquiri hadden we herinneringen aan Aruba.
Tijdens de lunch een plensbui en ook later op de dag werd het zonnen onderbroken. Tijdens onweer werd het zwembad ontruimt. We lagen gelukkig onder een grote parasol zodat we niet al te heet werden en tijdens de buien droog konden blijven.
Met de taxi terug naar het hotel, waar we nog een spelletje canasta konden spelen op het dakterras. Erik had inmiddels een vast groepje taxichauffeurs opgebouwd, waaronder ene Petje. Dat was alleen wegens zijn hoofddeksel. Eén van hen bracht ons savonds naar restaurant Souposo, waar ze o.a. heerlijke soepen serveerden, pinda, sweet potato met kip en zout vlees.
Taxi's zijn goedkoop, ze brengen je voor 2-5€ de stad rond.
Deze nacht was al veel beter, jet lag is voorbij. Brigitte lijdt nu een beetje onder de muggenbeten. Ik heb er gelukkig weinig last van, maar Brigitte pakken ze altijd al. Deze zijn heel gemeen, je ziet en hoort ze niet. Ze zijn heel klein.

donderdag 14 augustus 2014

Warm hè

Met anderhalf uur vertraging kwam de 747 in Paramaribo aan. De vlucht was rustig het was niet druk in de comfortklasse. Een  kleine luxe die wij ons moesten permitteren.
De vlucht van 8,5 uur werd met film kijken doorgebracht. Gelukkig heeft iedereen zijn eigen schermpje, want de smaken van Erwin en Brigitte wijken af van die van mij.
De taxi stond klaar in Zanderij. Brigitte kreeg van de chauffeur een flesje water. Wij niet, want er stond maar één naam op zijn briefje. Een korte stop onderweg leverde nog 2 flesjes op.
Dat water was geen overbodige luxe. Het is flink warm in Suriname. Het zal wel wennen, maar nu kwam het heftig over.
Het duurde nog anderhalf uur voordat we in Paramaribo waren. De weg voerde langs woningen en allerlei bedrijfjes. De woningen varieerden van houten bouwval tot fraaie stenen bouwwerken.
Opvallend is grote invloed van Chinezen bij de bedrijven langs deze route. Niet alleen bij kleine en grote supermarkten zijn Chinezen prominent aanwezig, maar ook de handel in bouwmaterialen lijkt sterk door Chinezen beheerst te worden.
Ons hotel staat in de Keizerstraat, een straat typerend voor Paramaribo. Huizen met een stenen beneden verdieping en een houten opbouw. Dat hout heeft bij de meeste huizen ernstig achterstallig onderhoud. Soms kijk je er gewoon door heen. Gelukkig is ons hotel aangenaam modern en goed onderhouden. We zijn daar rond half 7. Erik woont op loopafstand en komt naar ons toe. Dan blijkt dat het hotel oplet, want we worden gebeld dat we bezoek hebben.
Het was fijn hem weer te zien na 6 weken.
Erik heeft inmiddels uitgebreide ervaring met eetgelegenheden en neemt ons mee naar Dim Sum #1. Daar besteld hij allerlei heerlijke Chinese hapjes en een djogo Parbo bier. Djogo zal wel van het Engelse jug afstammen, want het is een literfles. Het Parbo logo lijkt opvallend op dat van Amstel. Dat schijnt ook de oprichter van het bedrijf.
Terug in het hotel gaan we een onrustige nacht tegemoet. Jet lag noemen ze dat.